HET DOEL VAN ADVISEREN
De Raad adviseert in het besef dat de verantwoordelijkheid voor wetgeving en beslissingen niet bij de Raad ligt maar bij de wetgever of het bestuur. Met zijn adviezen beoogt de Raad bij te dragen aan de totstandkoming van kwalitatieve wetgeving door in de advisering aandacht te vragen voor rechtmatigheid, constitutionaliteit, doelmatigheid, effectiviteit, de belangen van minderheden, consistentie en continuïteit.
Het doel dat de regering (of initiatiefnemer) met haar wetgeving probeert te bereiken vormt het uitgangspunt voor de advisering. De Raad streeft met zijn advisering geen eigen politieke doelen na. Het advies is erop gericht om het doel dat de regering zich voorstelt zo doeltreffend mogelijk gerealiseerd te krijgen met in achtneming van de kwaliteitseisen die een democratische rechtstaat aan de wetgeving stelt.
HET TOETSINGSKADER
De Raad toetst ontwerpen van wetgeving aan de hand van een toetsingskader dat uit drie onderdelen bestaat.
- de beleidsanalytische toets
- de juridische toets en;
- de wetstechnische toets
Bij de beleidsanalytische toets beoordeelt de Raad of het voorstel op een efficiënte manier bijdraagt tot de verwezenlijking van de door de wetgever beoogde doelstellingen. De Raad toetst hier onder meer of het voorstel uitvoerbaar en handhaafbaar is en of bepaalde groepen van burgers niet onevenredig door het voorstel worden belast. Het wetsvoorstel wordt niet vanuit een bepaalde ideologie of partijpolitieke perspectief beoordeeld, wel vanuit de waarden van de democratische rechtstaat. De beleidsanalytische toets neemt het aldus gekozen doel als gegeven maar kan vraagtekens zetten bij de haalbaarheid en de wijze waarop het beoogde doel wordt nagestreefd. Vragen over de aanvaardbaarheid van het gekozen doel zullen eerder aan de orde kunnen zijn in de juridische toets.
Bij de juridische toets gaat de Raad na of het voorstel niet in strijd is met het (internationaal) geschreven en ongeschreven hoger recht. Daarnaast wordt bekeken in hoeverre het voorstel past binnen de bestaande wetgeving.
Wetsvoorstellen worden bij de wetstechnische toets beoordeeld op hun eenvoud, duidelijkheid en toegankelijkheid. De toetsing omvat technische aspecten als logische en systematische opbouw, innerlijke consistentie en de gebruikte terminologie.